Keratoconus

Ook al is keratoconus een aangeboren oogziekte, mensen hebben er niet direct vanaf hun geboorte last van. Dat gebeurt vaak pas tijdens of na de puberteit. De kegelvorming ontstaat geleidelijk, waarna de symptomen van keratoconus langzaam ernstiger worden.

• u ziet steeds waziger;
• u ziet vervormde beelden;
• u heeft last van hoofdpijn;
• u bent overgevoelig voor licht in de ogen.

De ziekte stabiliseert zich vaak rond het veertigste levensjaar. De symptomen kunnen dan zo ernstig zijn, dat het zicht hevig is aangetast.

Het licht dat het oog binnenvalt, wordt bij een normaal hoornvlies naar alle kanten in dezelfde richting gebroken. De breking van het licht is bij keratoconus niet gelijkmatig, wat veroorzaakt wordt door de kegelvorm van het hoornvlies. Doordat het licht niet meer in één punt op het netvlies achter in het oog valt, ontstaan er klachten. Waar de verzwakking van het hoornvlies vandaan komt, is niet bekend. In zo’n tien procent van de gevallen heeft de oogziekte een erfelijke oorzaak.

Keratoconus komt vaker voor bij mensen met:

• astma, allergieën en/of eczeem;
• het syndroom van Down, Turner, Ehlers-Danlos of Marfan.

Veel en hard in de ogen wrijven als gevolg van een allergie zou ook keratoconus kunnen veroorzaken.

U kunt niet genezen van keratoconus. Het is wel belangrijk uw ogen regelmatig bij de oogarts te laten controleren. Zo blijft de voortgang van de ziekte goed in beeld en kan tijdig worden ingegrepen wanneer dat nodig is. Met de juiste behandeling wordt u niet blind van keratoconus.

• Crosslinking: als de keratoconus nog niet te ver gevorderd is, kan de oogarts een behandeling met crosslinking voorstellen. Daarbij wordt het hoornvlies met een speciale vloeistof gedruppeld en vervolgens met UV-A-licht bestraald. De behandeling maakt het hoornvliesweefsel steviger en dat remt de kegelvorming.

• Er zijn meerdere operaties mogelijk:  
  • In de buitenste rand van het hoornvlies worden één of twee ringen in de vorm van een halve cirkel geplaatst. Het zwakke deel van het hoornvlies wordt daardoor afgevlakt en ondersteund.
  • U krijgt een kunstlens voor de eigen ooglens geplaatst.
  • Zijn bovenstaande behandelingen niet meer mogelijk, dan kunt u met de oogarts bespreken of u een hoornvliestransplantatie kunt krijgen. Het eigen hoornvlies wordt dan verwijderd en u krijgt het hoornvlies van een donor.

• Contactlenzen: is het hoornvlies een klein beetje vervormd, dan kunnen zachte contactlenzen u helpen beter te zien. Bij ergere vervorming van het hoornvlies, zijn vormvaste contactlenzen nodig. Deze houden de vervorming van het hoornvlies tegen. Als de contactlenzen niet goed passen, dan kan de oogarts misschien ringetjes in het oog plaatsen. Doordat de ringetjes de vorm van het oog veranderen, passen de lenzen weer goed. De behandeling van keratoconus met contactlenzen remt de ziekte niet af, maar verbetert alleen het zicht.

Hoe het verloop van keratoconus er voor u uitziet, is niet goed te voorspellen. Dat kunt u het beste met uw oogarts bespreken.

Maak meteen een afspraak bij uw oogarts als u één of meer van deze klachten ervaart:

• u gaat slechter zien;
• u heeft pijn;
• uw beeld is vervormd.