Trombose oog
In het oog zitten aderen. Deze bloedvaten voeren het bloed uit het oog af. Een (gedeeltelijke) afsluiting van een bloedvat in het oog noemen we oogtrombose. Dit ontstaat langzaam en komt vooral voor bij mensen vanaf vijftig jaar.
Er zijn twee typen bloedvaten in het oog:
- slagaders (arteriën). Deze voeren zuurstofrijk bloed aan;
- aders (venen). Deze voeren zuurstofarm bloed af.
Een afsluiting kan in beide typen bloedvaten ontstaan. Een afgesloten ader noemen we oogtrombose en een afgesloten slagader een ooginfarct. Deze vormen hebben verschillende klachten en oorzaken.
Trombose zit meestal maar in één oog. Het doet geen pijn, maar kan de volgende klachten geven:
- in een paar uur of binnen enkele dagen gaat u wazig zien;
- als u ’s ochtends wakker wordt, ziet u ineens minder goed. Het bloedvat gaat vaak ’s nachts dichtzitten;
- u ziet één of meer zwarte of rode vlekken;
- bij het lezen ziet u bepaalde woorden niet of gedeeltelijk.
U kunt wél pijn krijgen als uw oog te weinig zuurstof krijgt. Dan kunnen er nieuwe bloedvaatjes ontstaan, waardoor de druk in het oog omhoog gaat.
U heeft meer risico op trombose aan het oog als u ouder bent dan vijftig jaar en;
- diabetes en/of een hoge bloeddruk heeft;
- hart- en vaatziekten heeft;
- rookt;
- overgewicht heeft;
- last heeft van aderverkalking;
- een hoge oogdruk heeft.
Bij een trombose oog zitten één of meer aderen dicht. Dit kan komen doordat er een bloedpropje in zit. Het bloed kan daardoor niet meer weg, maar gaat nog wel naar het oog toe. Daardoor ontstaat meer druk op het bloedvat. De bloedvaten gaan bloed, vocht en eiwitten lekken. U kunt kleine bloedingen en vocht in het netvlies krijgen. Bij een trombose komt er vocht in het midden van het netvlies (de gele vlek, of macula) en gaat u minder scherp zien.
Door trombose kan het netvlies soms ook te weinig zuurstof krijgen. In dat geval maakt het lichaam nieuwe bloedvaatjes in het oog, maar die zijn erg zwak. Daardoor gaat het netvlies steeds slechter werken. De druk in het oog kan omhoog gaan en dat voelt u.
Als u een oogtrombose vermoedt, neem dan snel contact op met de huisarts. Deze bepaalt of u wordt doorverwezen naar een oogarts. De oogarts onderzoekt vervolgens of u inderdaad een oogtrombose heeft. Als dat zo is, dan kan de oogarts de volgende behandelingen inzetten:
- prikken in de glasvochtruimte van het oog. De oogarts spuit een medicijn in uw oog, dat vochtophoping in het netvlies vermindert. Het medicijn zorgt er ook voor dat er geen nieuwe bloedvaatjes bijkomen. Hierdoor kan het zicht verbeteren en het zien van vlekken verminderen;
- een laserbehandeling. Daarmee kan de oogarts de vorming van nieuwe (slechte) bloedvaatjes in uw oog stoppen.
De oogarts schrijft oogdruppels voor, als u door trombose een hoge oogdruk heeft.
Hoe uw herstel er na oogtrombose uitziet, is afhankelijk van de gevolgen van de afsluiting. Is de oorzaak vochtophoping in het netvlies, dan kunt u redelijk tot goed herstellen. De kans dat u slecht blijft zien is groter als uw oog te weinig zuurstof heeft gekregen. Dat gebeurt eerder als er meer bloedvaten dichtzitten. Wat in uw geval een realistische verwachting is, zal de oogarts met u bespreken.
Waarom Spectrum Oogzorg?
Bij ons gaat u naar de optometrist als het kan en naar de oogarts als het moet. Onze optometristen hebben ruime klinische ervaring en staan steeds in contact met de oogarts (direct of online). Wij werken met de modernste diagnostische apparatuur en informatietechnologie. Dit resulteert in snelle toegangstijden, een klantgerichte benadering en geborgde kwaliteit. Mogen we u ook helpen?
